Kuistip 2,3,4 en 5 ( van 30 )

2 Zeg niet ‘moeten’

Schoonmaken moet je echt als iets leuks zien, iets positiefs. Zeg nooit ‘ik moet poetsen’ maar wel ‘ik ga poetsen’. Je zal merken dat je daardoor met een heel ander gevoel aan het schoonmaken zal slaan. Begin je vooraf over iets te zeuren, dan is de kans immers klein dat het toch nog leuk wordt. Beeld je daarom in hoe fijn het achteraf zal zijn als je eenmaal het mooie resultaat ziet.

3 Niet meer dan nodig
Maak niet meer, maar ook niet minder schoon dan nodig. Schoonmaken doe je bijgevolg wanneer er vuil is dat als storend wordt ervaren. Een toiletpot of -bril zal je dan ook dagelijks poetsen, terwijl de lamp in datzelfde toilet niet vuil wordt door aanraking en dus maar enkele keren per jaar schoongemaakt hoeft te worden. Onnodig schoonmaken kost tijd, energie en geld.

4 Veeg niet
Vegen is uit den boze. Je kan dat wel buiten doen, maar binnen is vegen niet van toepassing. Je verplaatst dan immers de stofdeeltjes in de kamer, die uiteindelijk gewoon weer neerdwarrelen op je kasten en tafels.

5 Verzamel niet
Hoed je voor het verzamelen van rommel. Loop af en toe door je woning en breng onnodige meubeltjes en prullaria naar de kringloopwinkel, het containerpark of bied ze te koop aan op een internetsite. Wie weet kan je er nog een aardig centje aan verdienen. Wacht je té lang met opruimen en blijf je je huis volstouwen, dan dreig je in een straatje zonder eind verzeild te geraken.